Iedere mens draagt zowel vrouwelijke (Yin) als mannelijke (Yang) energie in zich — los van het uiterlijke geslacht. Deze twee krachten zijn niet elkaars tegenpolen, maar elkaars aanvulling. Ze vormen samen een dynamisch geheel dat, wanneer het in balans is, leidt tot bewuste keuzes en innerlijke rust.

Yang is de uitbreidende kracht. Ze wil vooruit, verwezenlijken, creëren, veroveren. Het is de energie van actie, richting en daadkracht. Denk aan kernenergie: met deze kracht kun je licht en warmte opwekken, maar ook vernietiging zaaien. Yang denkt niet na over de gevolgen — ze wil vooral dóór. Wat met het kernafval? Dat komt later wel.

Yin is de samentrekkende kracht. Ze is intuïtief, invoelend, beschouwend. Yin stelt vragen, voelt aan, vertraagt. Ze vraagt zich af: wat doen we met dat afval? Wat is de impact op lange termijn? Yin nodigt uit tot bezinning, tot zorg en verbinding. Ze tempert het enthousiasme van Yang, niet om het te stoppen, maar om het te verdiepen.

Wanneer Yin en Yang in balans zijn, ontstaat een innerlijke ‘nulpositie’ — een plek van helderheid en rust. Van daaruit kunnen beide krachten gehoord worden. Niet de één boven de ander, maar samen, in dialoog. Zo ontstaat een kracht die niet alleen iets kan verwezenlijken, maar ook zorg draagt voor wat ontstaat.

Innerlijk evenwicht is geen eindpunt, maar een voortdurende oefening. Het vraagt om luisteren, voelen, bijsturen. Maar wie deze balans vindt, merkt dat keuzes helderder worden, relaties zachter, en het leven meer afgestemd.